Schroeven, moeren, bouten en bevestigingsmiddelen van polymeer kunnen in diverse toepassingen in boorputten worden gebruikt, waaronder de constructie, het onderhoud en de reparatie van olie- en aardgasputten.
Een mogelijk gebruik van polymeerbevestigers in boorputten is bij de constructie van bekledings- en cementeringssystemen, die worden gebruikt om de boorput te stabiliseren en te voorkomen dat olie of gas ontsnapt. Bevestigingsmiddelen van polymeer kunnen worden gebruikt om de verbuizing en cementeringsapparatuur op hun plaats te houden en om verbindingen en aansluitingen af te dichten om lekken te voorkomen.
Naast het gebruik bij de constructie van boorputten kunnen polymeerbevestigers ook worden gebruikt bij het onderhoud en de reparatie van bestaande boorputten. Bevestigingsmiddelen van polymeer kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt om productieapparatuur, zoals pompen en kleppen, op hun plaats te houden of om apparatuur te repareren of te vervangen die in de loop der tijd beschadigd of versleten is geraakt.
Bevestigingsmiddelen van polymeer kunnen vooral nuttig zijn bij gebruik in boorputten vanwege hun corrosiebestendigheid en hun vermogen om hoge temperaturen en druk te weerstaan. Ze kunnen ook worden gebruikt in situaties waar gewicht of elektrische geleiding een probleem is, omdat ze meestal lichter en niet-geleidend zijn in vergelijking met metalen bevestigingsmiddelen.
In het algemeen kan het gebruik van polymeer schroeven, moeren, bouten en bevestigingsmiddelen bij downhole-activiteiten helpen om de veiligheid en efficiëntie van deze activiteiten te verbeteren, terwijl ook de milieueffecten van de olie- en aardgasproductie worden geminimaliseerd.
Met werkzaamheden in het boorgat worden activiteiten bedoeld die plaatsvinden in een olie- of aardgasbron, meestal diep onder het aardoppervlak. Deze activiteiten kunnen het boren van nieuwe putten, de voltooiing van bestaande putten en het onderhoud en de reparatie van putten gedurende hun levensduur omvatten.
Bij het boren wordt gespecialiseerde apparatuur gebruikt, zoals boortorens en boorvloeistoffen, om een gat in de grond te maken en het beoogde olie- of gasreservoir te bereiken. Nadat de put is geboord, kunnen afwerkingswerkzaamheden worden uitgevoerd om de put voor te bereiden op productie. Dit kan de installatie van omhulsel en cement omvatten om de boorput te stabiliseren, evenals de plaatsing van productieapparatuur, zoals pompen en kleppen, om de olie of het gas naar de oppervlakte te brengen.
Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden kunnen een verscheidenheid aan activiteiten omvatten, zoals het schoonmaken en inspecteren van de boorput, het repareren of vervangen van productieapparatuur en het verhogen van de productiviteit van de boorput door middel van technieken zoals hydraulische breuk of verzuring.
Downhole-activiteiten kunnen complex en riskant zijn en vereisen gespecialiseerde training en expertise om de veiligheid en efficiëntie te garanderen. Ze hebben ook gevolgen voor het milieu, want bij het boren en produceren van olie en aardgas kunnen verontreinigende stoffen vrijkomen in de lucht en het water, en ze kunnen ook bijdragen aan de uitstoot van broeikasgassen. Daarom wordt er steeds meer aandacht besteed aan het ontwikkelen en implementeren van beste praktijken en technologieën om de milieueffecten van downholeactiviteiten te minimaliseren.